Skip to main content

Tim Verschueren “Nog geen spatje sleet op mijn spelvreugde”

Topklasser Tectum Achel heeft met zijn spelverdeler Tim Verschueren een bijna onverslijtbare klasbak in de rangen. Op kerstavond 24 december mag de gedreven en onverwoestbare Verschueren 42  verjaardagskaarsjes uitblazen. Zo is hij met vele straten voorsprong de ouderdomsdeken in de Liga A.

“Hout vasthouden wat de toekomst nog in petto heeft voor mij. Ik heb nooit een zware blessure opgelopen. Ik denk dat een passeur in het volleybal langer kan meedraaien dan een hoek-, midden- of hoofdaanvaller. Hun taken zijn meer belastend”, lacht de man uit het Noord-Kempische Vosselaar, op een steenworp van de stad Turnhout. Daar mocht hij na een geslaagde studie een diploma regentaat Lichamelijke Opvoeding laten inkaderen.

Tim Verschueren: “ik ben momenteel bezig aan mijn zesde seizoen bij Tectum Achel in Noord-Limburg. De tijd vliegt. Aan een afbouw heb ik nog geen seconde gedacht. Ik word het spelletje nooit beu. Nooit. Met zoon Len bij BVMV Noorderkempen (12 lentes jong, op de foto uiterst links onderaan met nr. 9, nvdr.) hoop ik vroeg of laat een opvolger klaar te stomen. Tenminste als de jongen dat zelf wil.”

Verschueren heeft niet het gevoel dat hij tot vandaag veel gemist heeft in zijn lange loopbaan. Hij heeft met Asse-Lennik de Champions League gespeeld, ook de halve finale bereikt van de Europese CEV Cup. Hij stond in vier Belgische bekerfinales, in drie play-off- finales en was erbij in wedstrijden met de Red Dragons.

Jij legt per jaar 65.000 km af met de wagen. Dat heeft te maken met jouw dagelijkse job, gecombineerd met de verplaatsingen naar Hamont-Achel.

“Ja, ik werk fulltime voor INFANO, met hoofdzetel in Brussel, een bedrijf met 650 werknemers in de sector van kinderopvang. Onze corebusiness richt zich op crèches, kinderopvang in scholen en bedrijven en ook opvang tijdens vakanties. De sector ‘boomt’. Ik werkte eerst vijf jaar als kwaliteitscoördinator. Nu ben ik aan de slag als ‘changemanager’. Een opdracht met veel afwisseling. Ik ben vaak bezig met de uitwerking van optimalisatieprocessen. Voorts met de begeleiding van de teams van INFANO in veranderingsprocessen. Hoe kunnen we  alle processen op één lijn krijgen voor de hele organisatie.

Daarbij komt het mij goed uit dat ik bij Tectum Achel slechts drie keer per week op training present moet zijn. De andere jongens trainen vier keer in de week. Zo kan ik mijn sport vrij gemakkelijk combineren met mijn job. Die uitdagende functie bij INFANO wil ik overigens niet loslaten. Ik word dus, als alles goed blijft gaan, niet geconfronteerd met jobproblemen na het einde van mijn sportcarrière. Die zekerheid heb ik. Ik val niet in een zwart gat. Ik doe graag aan sport, maar ook INFANO is een deel van mijn leven en ligt me zeer nauw aan het hart.”

Ik denk dat je een heel interessante carrière hebt uitgebouwd. Je speelt tussen 2001 en 2020 zeventien jaar in eredivisie/Liga A. Behalve een periode van drie jaar met Tectum Achel in de Liga B, goed voor drie titels. Maar Achel  was niet meteen rijp voor promotie naar het hoogste niveau.

“De vele mooie jaren hebben zeker te maken met het gegeven, dat ik bijna twee decennia lang altijd kon trainen met topoefenmeesters. In 2001 verliet ik Oud-Turnhout voor Everbeur. Vijf jaar onder hoede van Vesko Ivanovic en Andrej Urnaut. Bij Menen (2006-2007) was Kris Tanghe (eerder ploegmaat bij Everbeur, nvdr.) mijn headcoach. Bij Aqucare Halen (2007-2008) stak ik veel op van Franky Reijmen. Ook met Antwerpen (2008-2010) beleefde ik bij coach Erik Van Drom een mooie tijd. Idem bij Asse-Lennik/Lindemans Aalst (2010-2015 of vijf seizoenen) onder de hoede van Alain Dardenne, Marko Klok en Johan Devoghel.  Ik pakte de Belgische beker tegen Antwerpen. Het hoofdstuk Tectum Achel begon in seizoen 2015-2016. De Nederlander Jan Meertens is bij Tectum als trainer al vele jaren ‘vriend van het huis’. Conclusie: ik kon bijzonder veel bijleren dankzij al die grote namen.”

De Serviër Vesko Ivanovic was een lichtend voorbeeld voor jou?

“Absoluut. Vesko heeft bij Everbeur veel tijd in mij geïnvesteerd. Dat deed ook Andrej Urnaut. De Sloveen was een all-rounder, die zelfs even zelf gespeeld heeft aan de pass, toen ik een vinger had gebroken. Het waren kleppers met een gigantische bagage. Bij Menen kwam ik Kris Tanghe weer tegen. Hij debuteerde in de grensstad als trainer-coach. We hadden een volledig Belgische ploeg. Heel speciaal in de tijd. We waren verliezend bekerfinalist tegen Maaseik. Ook in Halen was het heerlijk toeven, tot financiële perikelen een streep trokken onder het voortbestaan. Ik ben jongens als Franky Reijmen, Roel Nuyts, Davy Vaes, Erik Schuil, Filip Bruyndonckx en Kevin Geerinckx nog niet vergeten.”

Ervaar je in al die jaren een evolutie in het volleybal aan de top?

“Ja, toch wel. Ten eerste: de spijtige terugval van twaalf naar nog slechts acht ploegen. Die twaalf waren bijna allemaal profploegen. Nu hebben we nog acht teams, met een zwaar versmalde top. Afgeslankt tot het trio Knack Roeselare, Greenyard Maaseik en Lindemans Aalst. Gevolgd door een vijftal outsiders, die de aansluiting bij de topdrie budgettair nog niet hebben gerealiseerd.  Het spel zelf is gigantisch veranderd. Van sets tot 15 punten naar het rallypointsysteem tot 25 punten. Tot 15 punten (met alleen recht op puntjes bij eigen opslag) vonkte er veel meer spanning. Je kon soms spectaculair terugkomen. Als je nu vier of vijf punten achterstand oploopt, ben je een vogel voor de kat. Dan is de setstand lang voor het einde al voorspelbaar.  En opslag en receptie zijn nog meer bepalend geworden dan vroeger.”

Je hebt je ook gesmeten bij de Red Dragons en in het beachvolleybal.

“Ik zat inderdaad enkele keren in de Belgische nationale selectie. Heel fijne ervaringen. Ik heb ook veel plezier beleefd in het beachvolleybal. Samen met mijn partners Steven Steppe, Steve Roelandt en Audry Frankart. Ik haalde zeven keer het podium op de Masters in Knokke-Heist: tweemaal zilver, vijfmaal brons. Een titel zat er helaas niet in.”

Spitsen we ons even toe op Tectum Achel in het tweede seizoen in de Liga A.

“Vorig jaar hebben we iedereen verrast. Maar Brian  Schouren, Auke Van de Kamp, Wout Van Dijck, Rutger Zoodsma, Rob Bontje en Joeri Polman zijn vertrokken. Vooral het exit van Van de Kamp (terug naar zijn Nederlandse stamclub Lycurgus Groningen, nvdr.) is een aderlating.

Noot van de redactie: Van de Kamp heeft nu een vlog (‘Aukes Avonturen’) op RTV Noord, een regionale zender in Groningen. Hij geeft een inkijk in het leven van een topsporter. ‘Pissen onder de douche?’, is de verrassende titel van zijn allereerste bijdrage. Hollandse humor à la André Van Duin op zijn kop.

Verschueren vervolgt: “De nieuwkomers bij Tectum zijn Tim Smit, Max Staples, Michiel Fransen, Dion Verweij, Rik Van Solkema en Guillaume Dussart. Of we sterker zijn geworden?  Ja, in de breedte. Al deze jongens brengen kwaliteit bij. Maar het zal ‘zaak’ zijn om van de mix van jongeren en ouderen (sic) een hechte ploeg te maken. Dat heeft in de opbouw vanuit receptie en pass toch enige tijd nodig. Het Coronavirus maakt het niemand gemakkelijk. Gelukkig heeft de stad Hamont-Achel vorig weekend zijn beslissing herroepen om sporthal De Koekoek volledig te sluiten. We krijgen een uitzondering om er toch te trainen en onze wedstrijden te spelen. Moeten uitwijken naar Lommel, Bocholt of Maaseik zou het allemaal nog lastiger maken voor ons. Chapeau voor het bestuur dat ze het stadsbestuur op andere gedachten hebben gebracht.”

Door de hele situatie van de pandemie wil je voorzichtige ambities formuleren.

“Klopt. Het is mijn doel om gewoon zo goed mogelijk te spelen. Hoe ver we kunnen komen? Dat is moeilijk in te schatten. Tegen Maaseik (1-3) speelden we thuis goed mee. Tegen het versterkte Menen (2-3) van Frank Depestele – de hand van maestro Frank is heel goed zichtbaar – pakten we thuis ook een punt. Er zat zelfs meer in. Ach: het is te vroeg om al veel te piekeren over onze plaats in het klassement. Ik wil elke match voluit gaan. Al zal het geen makkie zijn om dat eerste seizoen in de Liga A te evenaren. De hele groep traint keihard. Ik zie veel potentieel, dat echter nog niet tot zijn recht komt door een hoge graad van wisselvalligheid. Dat is ook niet onlogisch: de nieuwe spelers moeten nog afgestemd worden op elkaar, het is voor iedereen wat zoeken. Ook voor mij. Maar ik verwacht snel een positieve progressie.”

Je wil nog altijd doorgaan. Kraakt er hier en daar nog niets aan lijf en leden?

“Neen, dat valt goed mee. Elke spelers heeft wel wat pijntjes: de knieën, de rug, de schouder. Er kraakt ook bij mij wel een en ander, maar niet veel meer dan vijftien jaar geleden. Ik ben blij dat ik nog altijd kan meedraaien op het hoogste niveau. Ik wil natuurlijk niet meemaken wat Frank Depestele in Argentinië is overkomen. Een bruusk einde door een zware knieblessure. Mijn bedoeling is nog lang verder te doen.”

Jouw zoon Len treedt misschien in jouw voetsporen. Hij doet het goed in de jeugdopleiding van BVMV Noorderkempen.

“Inderdaad. Dochter Kato (bijna vijftien) heeft andere hobby’s. Maar Len (12) heeft zijn zinnen gezet op de sport van zijn papa. Eén keer per week geef ik zijn groepje training bij de U15 van BVMV. Als het enigszins kan, ga ik kijken naar zijn wedstrijden. Let wel: ik dwing niets af. Hij moet in alle vrijheid sportief doen wat hij liefst wil. Maar ik vind het wel tof: hij speelt graag aan de pass. Het zou kunnen dat de familie Verschueren een opvolger klaarstoomt voor over een jaar of zes. Tegen dan zal ik wel gestopt zijn, hé (lacht). Len is bij de  groteren van zijn leeftijd. Hij lijkt me uit het goede hout gesneden.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke

Bron: http://volleymagazine.be/2020/10/26/tim-verschueren-nog-geen-spatje-sleet-op-mijn-spelvreugde/